4

avenue.quark aan uw wensen aanpassen

U kent het gezegde: zoveel hoofden zoveel zinnen. Ook in dit geval is het zo dat veel mensen een stuk gereedschap op een andere manier gebruiken. Gelukkig biedt avenue.quark een heleboel opties, waarmee u de werkwijze van het programma helemaal aan uw eigen werkwijze kunt aanpassen.

U kunt de kleur van gecodeerde en niet gecodeerde content regelen (Functies > Toon gecodeerde content), de kleur instellen van de XML-codetekens die u op het scherm ziet wanneer u Beeld > Toon onzichtbare tekens kiest, terwijl u de dynamische update van content kunt in- en uitschakelen.

Avenue.quark gebruikt verscheidene standaardinstellingen om te regelen hoe gecodeerde content op het scherm wordt weergegeven, om de kleur van de codetekens te specificeren en de dynamische update van de content in- en uit te schakelen. Deze instellingen worden bij het programma opgeslagen en worden nooit bij documenten bewaard. U kunt als volgt de voorkeurinstellingen van avenue.quark aanpassen:

1. Kies Wijzig (Mac OS) of Bewerk (Windows) > Voorkeuren > avenue.quark om het dialoogvenster avenue.quark Voorkeuren te openen.

Gebruik het dialoogvenster avenue.quark Voorkeuren om aan te geven hoe gecodeerde content in een document moet worden weergegeven.

2. Om te specificeren welke kleur moet worden gebruikt om gecodeerde content weer te geven wanneer u Functies > Toon gecodeerde content kiest, moet u klikken op de knop Gecodeerde tekst en in het desbetreffende dialoogvenster een kleur selecteren.

3. Om te specificeren welke kleur moet worden gebruikt om niet gecodeerde content weer te geven wanneer u Functies > Toon gecodeerde content kiest, moet u klikken op de knop Niet gecodeerde tekst en in het desbetreffende dialoogvenster een kleur selecteren.

4. Om op te geven hoe avenue.quark omspringt met codeerregels, kunt u de vakjes onder Codeerregel/Positieopties wel of niet aankruisen:

• Het aankruisvakje Voeg repeterende elementen altijd toe aan het eind van de huidige aftakking regelt de plaatsing van nieuwe repeterende elementen (elementen waarachter in de DTD een + of staat). Wanneer dit vakje is aangekruist, zet avenue.quark nieuwe repeterende elementen altijd aan het eind van de huidige of actieve aftakking. Is dit vakje niet aangekruist, dan opent avenue.quark het dialoogvenster Kies Codeerregel/Positie aan de hand waarvan u handmatig de positie van een nieuw repeterend element kunt kiezen.
• Het aankruisvakje Gebruik altijd het eerste beschikbare pad voor elementen met meerdere invoegpaden regelt de plaatsing van nieuwe elementen die volgens de DTD op een aantal plaatsen kunnen worden ingevoegd. Stel dat een codeerregel is bedoeld om een <alinea>-element te maken. Indien de DTD bepaalt dat een nieuw <alinea>-element aan het eind van de huidige aftakking kan staan of een kind kan zijn van een nieuw <margetekst>-element, welk type <alinea>-element moet avenue.quark dan genereren? Indien dit vakje is aangekruist, maakt avenue.quark het eerste <alinea>-element dat het tegenkomt in de DTD tree (een <alinea>-element op het rootniveau van de huidige aftakking). Is dit vakje niet aangekruist, dan opent avenue.quark het dialoogvenster Kies Codeerregel/Positie.
• Het aankruisvakje Gebruik altijd de eerste geschikte codeerregel heeft betrekking op conflicten tussen codeerregels. Wanneer dat vakje is aangekruist, kiest avenue.quark bij conflicterende codeerregels altijd de eerste van een reeks toe te passen codeerregels. Is dit vakje niet aangekruist, dan opent avenue.quark het dialoogvenster Kies Codeerregel/Positie, aan de hand waarvan u handmatig het elementtype kunt kiezen dat aan de geselecteerde tekst moet worden toegekend of waarin u op Kies automatisch kunt klikken.

Raadpleeg voor meer informatie over het werken met codeerregels "De prioriteit bij codeerregels" in dit hoofdstuk.

5. Om de kleur te specificeren van de codetekens die worden weergegeven wanneer u Beeld > Toon onzichtbare tekens kiest, klikt u op de knop Codetekens waarna u in het desbetreffende dialoogvenster een kleur kiest.

6. Om aan te geven dat de content van elementen in actieve XML-documenten continu moet worden geupdate om syn-chroon te lopen met de content van de QuarkXPress Passport-items waaraan ze zijn gekoppeld, moet u het vakje Dynamische contentupdate activeren aankruisen. U kunt dit vakje beter deselecteren wanneer mocht blijken dat QuarkXPress Passport wat trager werkt tijdens het bewerken van omvangrijke XML-documenten. Wanneer dit vakje is gedeselecteerd, kunt u de content handmatig updaten door in het XML Werkblad-palet te klikken op de knop Synchroniseer content.

7. Klik op OK.

Wanneer de geselecteerde tekst kan worden gecodeerd met meer dan één codeerregel opent avenue.quark het dialoogvenster Kies Codeerregel/Positie (tenzij in het dialoogvenster avenue.quark Voorkeuren het vakje Gebruik altijd de eerste geschikte codeerregel is aangekruist). De codeerregels die dan kunnen worden gebruikt, worden gesorteerd overeenkomstig hun prioriteit en weergegeven in het veld Elementtype.

De prioriteit bij codeerregels is als volgt geregeld, waarbij de items die bovenin de lijst staan een hogere prioriteit hebben dan de items die verder naar beneden staan:

• Een codeerregel met een teksttypogram, een kleur en een stijl.
• Een codeerregel met een teksttypogram, plus een kleur of een stijl.
• Een codeerregel met alleen een teksttypogram.
• Een codeerregel met alleen een kleur en een stijl.
• Een codeerregel met alleen een kleur of een stijl.
• Een codeerregel met een alineatypogram, een kleur en een stijl.
• Een codeerregel met een alineatypogram plus een kleur of een stijl.
• Een codeerregel met alleen een alineatypogram.

Stel dat u een alineatypogram heeft met de naam "Platte tekst-A" en een teksttypogram met de naam "Cursief-C" en u kent het typogram "Cursief-C" toe aan woorden in uw "Platte tekst-A"-alinea's die een bepaalde nadruk moeten hebben. U wilt al uw alinea's coderen als <platteTekst> elementen, terwijl u de cursieve woorden wilt coderen als <nadruk>elementen.

Wanneer avenue.quark in een "Platte tekst-A" een "Cursief-C"-woord tegenkomt, kunnen twee regels worden toegepast: de codeerregel die zegt dat tekst met het alineatypogram "Platte tekst-P" moet worden gecodeerd als <platteTekst>, en de codeerregel die zegt dat tekst met het teksttypogram "Cursief-C" moet worden gecodeerd als <nadruk>. De tweede regel heeft echter meer prioriteit en komt dus bovenaan te staan (en wordt automatisch gekozen als u klikt op Kies automatisch). Uw XML kan er dan als volgt uitzien:

In dit voorbeeld gaan we ervanuit dat van de DTD in het <platteTekst>-element zowel PCDATA als <nadruk> elementen mogen staan.

Het prioriteitsalgoritme bij codeerregels is bedoeld om de knop Kies automatisch in het dialoogvenster Kies Codeerregel/Positie in de meeste codeersituaties goed zijn werk te laten doen. Als deze knop echter niet de door u gewenste resultaten geeft, kunt u in het veld Elementtype altijd nog handmatig een codeerregel kiezen.